Toelichting experiment kleursynesthesie

 


Meten van synesthesie

Wie is synestheet? Natuurlijk bent uzelf de eerste om vast te stellen of u synesthetisch ervaringen heeft. U bent de enige die dat werkelijk kan beoordelen, omdat anderen uw synesthetische ervaringen niet kunnen waarnemen. Met andere woorden: aan de buitenkant kun je niet zien of iemand synestheet is.

Het experiment had een ander doel: namelijk het vaststellen van de sterkte van synesthesie bij meerdere personen. Zodra men namelijk meerdere synestheten gaat onderzoeken en vergelijken, heeft men een standaard of maat nodig om ze te beoordelen. Ook als men synestheten met niet-synestheten wilt vergelijken is een meetinstrument nodig om onderscheid te kunnen maken, zoals men langere en kortere mensen nauwkeuriger kan onderscheiden met behulp van een meetlat.

Synestheten zijn een gevarieerde groep mensen die op meer dimensies verschillen dan bijvoorbeeld lange en korte mensen op de dimensie lengte. Niet alleen verschillen synestheten in combinaties van zintuiglijke modaliteiten (bijv. gehoor-zien of smaak-tast) maar ook combinaties van perceptuele kwaliteiten (bijv. muziektoon-kleur en muziekinstrumentaal geluid-visuele vorm). Een van de opgaven van het experiment was een gemeenschappelijke noemer of dimensie te vinden waarop deze variaties aan gewaarwordingen gemeten en beoordeeld kunnen worden.

Om te kunnen meten en vervolgens te vergelijken en beoordelen, zal men eerst moeten kwantificeren, d.w.z. die rijke synesthetische gewaarwordingen vaststellen in saaie dode getallen. Bij het meten van lichaamslengte in centimeters is dat nog eenvoudig maar bij het vaststellen van wat voor weer het vandaag is in graden Celsius blijkt dat al een stuk moeilijker is. Bij 20 graden Celsius kan het immers regenen en de zon kan schijnen. Zo zal men ook bij het meten van synesthetische gewaarwordingen heel precies in de gaten moeten houden wat men meet en wat men niet meet. Zoals bij het weervoorbeeld al blijkt vindt er bij wetenschappelijke metingen altijd reductie plaats van informatie: In dit experiment werden de rijk geschakeerde synesthetische gewaarwordingen teruggebracht tot enkele getallen op een schaal, een soort liniaal voor de sterkte van synesthesie.


Terug naar de hoofdtekst


Stimuli

In totaal vonden vier sessies plaats met reeksen van 25 uiteenlopende abstracte woorden en cijfers, 11 verschillende smaken, 11 klanken van een D-akkoord gespeeld op 11 verschillende instrumenten, en 11 verschillende geuren. Na een lange lunchpauze werden de sessies met dezelfde stimuli in een andere volgorde herhaald. Bij iedere stimulus koos de deelnemer in rangorde de drie meest overheersende kleuren uit 118 kleurkaartjes van het Natural Color System. De assistent van de deelnemer noteerde de nummers van de kleurkaartjes op het antwoordformulier zodat de deelnemer geen getallen kon onthouden en de kaartjes werden teruggelegd. Bovendien konden de geuren en smaken met behulp van de assistenten blind geproefd en geroken worden. De assistenten waren van grote waarde voor het slagen van het experiment, zo maakten zij het mogelijk dat de deelnemers zich volledig op elke stimulus konden concentreren.


Terug naar de hoofdtekst


Natural Color System

"Het Natural Color System is een kleurstelsel dat gebaseerd is op hoe mensen kleur zien. Met dit systeem kunnen alle oppervlaktekleuren beschreven worden met een eenduidige notatie. De zes zuivere kleuren die de grondslag vormen voor het menselijk kleurzien zijn wit, zwart, geel, rood, blauw en groen. De NCS kleurnotaties geven weer in welke mate een bepaalde kleur op deze zes elementaire kleuren lijkt." (voor meer informatie over het NCS raadpleeg het internet: www.ncscolour.com)


Terug naar de hoofdtekst


Analyse

Per deelnemer verzamelden we maximaal drie kleuren uit de ochtendsessie en drie kleuren uit de middagsessie voor ieder van de 25 woorden, 11 smaken, 11 muziekklanken en 11 geuren. Per kleur leiden we een mate van helderheid (een waarde tussen 0 en 90), een mate van verzadiging (een waarde tussen 2 en 90) en een relatief kleurtoonnummer op de kleurcirkel (400 graden) af. Alle gegevens werden ingevoerd in de computer en deze kon gaan rekenen met maximaal 58 (stimuli) *3 (kleuren) * 3 (kleuraspecten) * 2 (sessies) * 7 (deelnemers) = 7.038 gegevens. Per deelnemer hadden we al snel tegen de duizend gegevens.

Per deelnemer werd voor iedere stimulus afzonderlijk eerst de mate van kleurhelderheid, kleurverzadiging en kleurtoon berekend. Daarvoor werd de kleur gebruikt die de deelnemers als het meest overheersend had aangegeven. Omdat in de ochtendsessie en de middagsessie dezelfde stimuli werden aangeboden hadden we twee hoofdkleuren per stimulus en dus ook twee helderheidswaarden, twee verzadigingswaarden en twee kleurtoonwaarden.


Terug naar de hoofdtekst


Consistentie

De consistentie werd berekend door het verschil te bepalen tussen de waarde van de ochtendsessie en de waarde van de middagsessie. Heeft een deelnemer in de ochtendsessie en de middagsessie dezelfde hoofdkleur gekozen, dan is het verschil op de drie kleuraspecten nul en is de consistentie perfect. Heeft een deelnemer verschillende hoofdkleuren gekozen bij dezelfde stimulus dan werd aan de hand van de helderheids-, verzadigings- en toonwaarden de verschillen berekend. Had de eerste kleur bijvoorbeeld een helderheid van 20 en de tweede kleur een helderheid van 30 dan is het verschil 10. Het maximale verschil is 90 bij helderheid. Dus de consistentie is (90-10)/90 = 89%. Hoe hoger het percentage hoe beter de consistentie van de synesthesie: 100% geeft een perfecte consistentie aan.

Op een zelfde wijze werden de consistentiescores voor verzadiging en kleurtoon berekend. Bij kleurtoon was er bovendien een bijzonderheid omdat de waarde niet lineair zijn maar cirkelvormig (vergelijk een kleurcirkel). De schaal loopt niet van minimum naar maximum maar bijt zichzelf in de staart. Twee waarden (graden) op een cirkel hebben twee verschilscores. Bijvoorbeeld het verschil tussen 90 en 180 graden kan zowel 90 als 270 zijn. Dit hebben we opgelost door de computer de opdracht te geven van de twee berekende verschilscores telkens de kortste te kiezen.

Vervolgens hebben de gegevens per deelnemer gemiddeld voor de vier groepen stimuli: woordklanken, muziekklanken, smaken en geuren. Voor bijvoorbeeld woordklanken konden we voor iedere deelnemer afzonderlijk de sterkte (= consistentie) van de synesthetische sensibiliteit voor de kleurhelderheid, kleurverzadiging en de kleurtoon van woordklanken bepalen.

In meerdere internationale studies naar kleursynesthesie blijken synestheten consistentiescores van 90% en hoger te hebben, ofwel in onze terminologie 10% of minder verschil tussen de gekozen kleuren op het eerste en het tweede meetmoment. Op grond van deze bevindingen en de resultaten van dit experiment zijn de volgende criteriavoor de sterkte van kleursynesthesie opgesteld.

Criteria

De consistentiescores zijn in het meest ideale geval 100%, dan is er geen verschil tussen de gekozen hoofdkleur in de ochtendsessie en de gekozen hoofdkleur in de middagsessie. In het slechtste geval is de consistentie 0%, dan is het verschil tussen het eerste en het tweede antwoord maximaal.

Van een zeer sterke consistentie is sprake wanneer de scores 90% of hoger zijn. Zelfs een score van 90% op bijvoorbeeld kleurtoon is nog maar een verschil tussen oranje-geel en geel. Scores tussen 80 en 89% zijn redelijk consistent te noemen en scores onder de 80% zijn matig consistent. Bij een score van 80% op kleurtoon is er bijvoorbeeld bij kleurtoon al sprake van een verschil tussen rood en blauw.

Terug naar de hoofdtekst

 


[bottom.htm]