Contents and Introduction
of the book `Beeldillusies. Gezichtsbedrog in afbeeldingen sinds de renaissance.' (In Dutch)
De Bilt: Cantecleer, 1994. ISBN 90-213-2186-6
Crétien van Campen
Inleiding
Wanneer men de afbeeldingen op de omslag van dit boek aandachtig bekijkt zal men enkele eigenaardige gewaarwordingen voor ogen krijgen. Men ziet ondermeer een afbeelding van een raam. Maar kijkt men vanonder of vanboven naar het raam? Beide waarnemingen zijn mogelijk en wisselen elkaar soms af. Rechts boven het raam ziet men een driebalk. Volgt men met de ogen de balken, dan blijkt het geheel na drie achterwaartse of voorwaartse hoeken weer terug te komen in het beginpunt. De driebalk is bijna onmogelijk als ruimtelijk object te zien. Al eeuwenlang is geprobeerd de zinnen te begoochelen door middel van dit soort beeldillusies. Een zeventiende-eeuws voorbeeld van een perspectiefillusie vindt men op de achterzijde van dit boek. Een recente toepassing ziet men op de kaft van dit boek. Wanneer men de voor- of achterkant op enige afstand bekijkt, lijkt het oppervlak in de verticale lijnen aan de zijkanten licht af te lopen. Bladerend door het boek komt men veel meer afbeeldingen van kunstenaars en geleerden tegen die op zeer uiteenlopende manieren gebruik hebben gemaakt van gezichtsbedrog.
Beeldillusies zou men in brede zin kunnen omschrijven als afbeeldingen die de ogen begoochelen door iets te laten zien dat er niet is. Het woord illusie stamt van het Latijnse woord illudere dat `bedriegen' of `bespotten' betekent. In het oude Griekenland hield men reeds wedstrijden in het `bedriegen'. Een verhaal gaat over twee kunstschilders, Parrhasios en Zeuxis, die wedijverden wie de beste schilder was. Zeuxis schilderde druiven op een paneel en wel zo gelijkend dat de vogels erop afkwamen. Voldaan over zijn overwinning op de natuur keerde hij zich tot Parrhasios' werk en vroeg hem het gordijn voor zijn schilderij opzij te schuiven. En terwijl hij dit vroeg, zag hij dat hij verloren had. Had hij met zijn kunst slechts de vogels bedrogen, Parrhasios had met de schildering van een gordijn ook het menselijke oog bedrogen.
Mensen scheppen er een genoegen in hun ogen te laten bedriegen. Illusies betoveren en fascineren: ze houden de ogen gevangen in niet- bestaande werelden en weerspreken het gezonde verstand dat men slechts een vlak papier, een gespannen doek of een muur voor zich heeft. Zolang er mensen leven, zijn er afbeeldingen bekend die dingen laten zien die er niet zijn. En men heeft altijd geprobeerd de illusies nog ingenieuzer te maken. Hoe moeilijker het was uit het gezichtsbedrog te ontsnappen, hoe groter het genot. De perfectionering van beeldillusies nam in de Italiaanse renaissance na de uitvinding van de geometrische perspectief een hoge vlucht. Sindsdien hebben kunstenaars en geleerden zich vooral toegelegd op de ontwikkeling van formele beeldillusies. Het plaatsen van punten en lijnen in een beeldvlak bleek tot zeer krachtige vormen van ruimtelijk gezichtsbedrog te leiden. Het experimenteren met formele beeldmiddelen in een beeldvlak heeft de laatste zes eeuwen prachtige beeldillusies voortgebracht, waarvan in dit boek een selectie wordt tentoongesteld. Tegelijkertijd kwamen steeds meer regels over het zien van beeldillusies aan het licht. Het spel van het bedriegen door Parrhasios en Zeuxis is door de kunstenaars en wetenschappers, met wie men verderop kennis zal maken, verheven tot een kunst van het bedriegen .
Dit boek bevat tien geschiedenissen over formele beeldillusies sinds de renaissance.
Formele beeldillusies zijn slechts een klasse van visuele illusies. Andere vormen, zoals
natuurlijke illusies (waarom lijkt een in het water gestoken rechte stok op de
waterspiegel te breken?), semantische illusies (waarom ziet men soms gezichten in de
wolken?), handelingsillusies (hoe tovert de goochelaar een konijn uit zijn hoed?) en
hallucinaties (wat ziet men op een LSD-trip?) vallen buiten het bestek van dit boek. Elk
hoofdstuk in dit boek behandelt een samenhangende groep van formele beeldillusies.
Men hoeft geen geleerde of kunstenaar te zijn om beeldillusies te leren begrijpen. Twee functionerende ogen zijn voldoende. Het beginpunt van elk experiment, onderzoek, elke analyse of beschouwing van beeldillusies is ernaar kijken. Door te kijken en te vergelijken leert men veel over beeldillusies. Illusies zijn zo oppervlakkig en diepgaand als een spiegel. Tussen het bekijken van de glasplaat en het experimenteren met tegenover elkaar geplaatste spiegels die een oneindige verte scheppen, ligt een wereld aan onderzoek en verkenning. De hoofdstukken in dit boek zijn zo samengesteld dat u de beeldillusies op drie niveaus kunt bekijken. Ten eerste kunt u al bladerend in het boek naar de afbeeldingen kijken en genieten (soms gruwen) van de illusoire effecten. Ten tweede kunt u het onderschrift lezen bij de afbeeldingen en door te kijken en vergelijken zelf onderzoeken hoe de illusie werkt. Ten derde kunt u zich verdiepen in de kunsthistorische en wetenschappelijke achtergronden van de illusies door het verhaal eromheen te lezen. In elk verhaal worden de volgende onderwerpen behandeld. Eerst wordt het fenomeen onder de loep genomen. Wat zijn de visuele effecten van de illusie? Wat ziet men dat er niet is? Vervolgens wordt een geschiedenis van de beeldillusie verteld. Wanneer en hoe werd deze vorm van gezichtsbedrog ontdekt? Hierna wordt een aantal wetenschappelijke verklaringen van de illusie besproken. Waarom ziet men dingen die er niet zijn? Hoe is dat optisch, fysiologisch en psychologisch te verklaren? En ten slotte worden de toepassingen van de beeldillusies in de kunst, wetenschap en nijverheid behandeld. Met de waarschuwing dat alle illusies in dit boek ondanks de schijn die ze opwekken zo vlak als een spiegel zijn, nodig ik u uit de wereld van de beeldillusies te betreden.